EmailFacebookLinkedIn

Verruiming leeftijdscriteria kan aantal pancreastransplantaties vergroten

 

 

Jaap Mensink is arts donorscreening en onderzoeker

Door de leeftijdscriteria voor pancreasdonoren te verruimen, zouden meer patiënten met type 1 diabetes en eindstadium nierfalen geholpen kunnen worden. Dat blijkt uit onderzoek van Jaap Mensink, arts en onderzoeker bij de NTS. ‘Als we de leeftijdsgrens met vijf jaar verhogen kan het aantal pancreastransplantaties met tien procent omhoog’, verwacht hij.

In Nederland ontvangen jaarlijks 30 à 40 patiënten een pancreas van een donor. Door strengere eisen aan pancreasdonoren ligt dit aantal veel lager dan bij nier- en levertransplantaties.  Alvleesklieren komen voor transplantatie in aanmerking wanneer de potentiële donor maximaal 50 of 60 jaar is. De leeftijd van 60 jaar geldt wanneer de bloedcirculatie nog in stand is (DBD-donoren). Wanneer er al een hartstilstand is opgetreden, geldt een leeftijdsgrens van 50 jaar (DCD-donoren). ‘De eisen zijn strenger dan bij andere organen omdat de pancreas een kwetsbaar orgaan is’, legt Mensink uit. ‘Bij uitname is er meer kans op schade, en die kans neemt toe met de leeftijd van de donor. Bij ouderen is het orgaan namelijk meestal wat meer verkleefd met het omliggende weefsel.’

Wachtlijst

Donoralvleesklieren zijn vooral bestemd voor patiënten met type 1 diabetes in combinatie met eindstadium nierfalen. Zij komen in aanmerking voor een gecombineerde nier-pancreastransplantatie, maar overlijden soms al terwijl ze hiervoor op de wachtlijst staan. Onderzoek toont aan dat de overlevingstijd vanaf registratie op de wachtlijst 4,2 jaar is, terwijl patiënten die de transplantatie daadwerkelijk krijgen nog gemiddeld 14,5 jaar leven. ‘Transplantatie kan hun leven dus met gemiddeld tien jaar verlengen’, aldus Mensink.
Uit zijn literatuuronderzoek bleek dat alvleesklieren van geselecteerde donoren met een BMI tussen 30 en 35 geen verhoogd risico geven. ‘We wijzen nu donoralvleesklieren van mensen met een BMI boven de 30 af, maar dat lijkt dus iets te streng’, merkte hij op. Deze bevinding bracht de onderzoeker op het idee om ook de effecten van leeftijdscriteria nader onder de loep te nemen.

Risicofactoren

Voor zijn onderzoek gebruikte Mensink databases in beheer van de NTS. Hij bestudeerde dossiers van oudere donoren die in het verleden een nier en een lever gedoneerd hadden om te bepalen of zij achteraf gezien niet ook hun pancreas hadden kunnen doneren. Bij iets meer dan de helft van deze oudere donoren was dat niet het geval. Bij hen speelden er risicofactoren als een uitgebreide cardiovasculaire voorgeschiedenis, uitgebreid perifeer vaatlijden of overmatig alcoholgebruik. Maar bij bijna de helft van de mensen bleken deze risicofactoren afwezig. Toch waren zij afgewezen, omdat hun leeftijd net te hoog was volgens de nu geldende criteria en soms omdat ze iets te zwaar waren.

Vijf jaar verhogen

Mensink paste vervolgens een internationaal erkende risico-index voor het selecteren van alvleesklieren voor donatie toe. Hierbij wegen factoren als leeftijd, BMI, allerlei bloedwaarden en de bewaartijd van het orgaan mee. Uit de analyse bleek dat een kwart van de oudere donoren van wie de dossiers bekeken waren, in aanmerking zou zijn gekomen voor donatie. De onderzoeker stelt daarom voor om de leeftijd voor zowel DBD- als DCD-donaties met vijf jaar te verhogen, naar respectievelijk 65 en 55 jaar. ‘Het aantal pancreastransplantaties in Nederland kan dan naar schatting met 10 procent toenemen, zelfs wanneer je er rekening mee houdt dat uiteindelijk niet alle alvleesklieren getransplanteerd worden. De transplantatiechirurg zal een deel ervan namelijk alsnog afkeuren.’

Andere factoren

Een werkgroep met pancreasprofessionals vanuit het LONT (Landelijk Overleg NierTransplantatie) moet beslissen of de donatieleeftijd voor alvleesklieren daadwerkelijk met vijf jaar omhoog kan. Zo ja, dan gaat de invoering gepaard met een goede evaluatie van de effecten om te bekijken of deze verruiming inderdaad gunstig uitpakt voor mensen die een pancreastransplantatie nodig hebben. Mensink benadrukt dat donorcriteria slechts één factor is die de slagingskans bepaalt. ‘Naast het selecteren van het juiste orgaan voor de juiste ontvanger, is bijvoorbeeld ook van belang hoe vaak een transplantatiechirurg een operatie uitvoert. In Nederland doen we dat heel goed, met slechts twee centra, het LUMC en het UMCG, die deze operaties uitvoeren.’